Als jij dit leest ben je vast iemand die (net als ik) graag in controle is. Want als je zaken zou moeten overlaten aan een ander, komt er natuurlijk niets van terecht…
Maar bén je wel in controle? De oude Grieken en Romeinen zagen al dat er dingen waren waar je controle over had (zoals bijvoorbeeld je eigen gedrag) en dingen waar je helemaal geen controle over had (het opkomen van de zon of zoiets).
Als je ergens géén controle over hebt, hoef je er ook niet over te stressen. Het maakt voor het opkomen van de zon niet uit wat jij daarvan vindt en tenzij je een raketgeleerde bent met plannen om de baan van de zon aan te passen (please don’t do it), hoef je over dit soort dingen niet na te denken.
Als je ergens wél controle hebt, dan mag je ervoor zorgen dat je die controle ten goede gebruikt. Zo kan jij ervoor kiezen om in een situatie boos, gestrest, bang of benieuwd te reageren. Je kunt je voorstellen dat er nogal een verschil is of je pissig of nieuwsgierig reageert.
Je kunt nog een categorie toevoegen: zaken waar je een beetje, maar niet alle controle over hebt. William B. Irvine vergelijkt het in A Guide to the Good Life met een tennis wedstrijd. Je hebt een beetje controle over de wedstrijd (je kunt je tennis skills vergroten door training), maar je hebt niet alle controle over wie de wedstrijd gaat winnen. Dat is balen natuurlijk. Want verliezen wil niemand, toch? Dus hoe ga je hiermee om?
De geheim ligt hem in het doel dat je jezelf stelt. Als het doel ‘winnen‘ is, is er een kans op verliezen, dus dat geeft gedoe. Als je het doel zet op ‘de beste wedstrijd spelen die ik in me heb‘, wordt het ineens een stuk interessanter. Dan kan je niet verliezen! Je doet gewoon je stinkende best – en misschien omdat je hebt getraind én je bent niet aan het stressen over een eventueel verlies bij de eerste bal die je mist, kun je nog winnen ook!